Arnica Logo

Een therapeutische opportuniteit in de behandeling van inflammatoire pijn

NL FR

Inflammatoire pijn is een frequente reden voor consultatie in de algemene geneeskunde. De doeltreffendheid van behandeling met bioregulerende geneesmiddelen is gedocumenteerd door meerdere klinische studies.

Door Nathalie Evrard, apotheker Toelichting door Prof. Dr. Luc Vanden Bossche, Fysiotherapie UZ Gent.

  Inflammatoire pijn

Inflammatoire pijn is een noodzakelijke biochemische en cellulaire reactie van het lichaam op uiteenlopende trauma’s om de integriteit van de structuren te handhaven.

- Klik op de afbeelding voor meer informatie -

Figure 1 - Sequence of events in an inflammatory reaction. Macrophages and other cells in tissues recognize microbes and damaged cells and liberate mediators, which trigger the vascular and cellular reactions of inflammation.

Inflammation
Graph

  Farmacologische behandeling

Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen zijn geneesmiddelen met complexe eigenschappen en zowel anti-inflammatoire, antipyretische als pijnstillende effecten (2) . De courant gebruikte NSAID’s remmen de COX-2 en COX-1, enzymen die het verloop van de inflammatoire stofwisselingscascade katalyseren (Fig2).

- Klik op de afbeelding voor meer informatie over COX 1 et 2 -

Figure 2 - A detailed mechanism of steroidal and NSAIDs used to combat inflammation. The inhibition of CoX I and lipoxygenase pathways is the primary cause of side effects by NSAIDs.

Alle NSAID’s kunnen dezelfde complicaties veroorzaken. Voorbeelden zijn bijwerkingen ter hoogte van het spijsverterings-kanaal, een risico op bloedingen, reacties ter hoogte van de huid en de slijmvliezen, renale en cardiovasculaire complicaties. Coxibs zouden ook aanleiding kunnen geven tot een verhoogd cardio-vasculair risico als gevolg van hun werkingsmechanisme (3).

  Het goede gebruik van ontstekingsremmende geneesmiddelen

« We moeten deze overconsumptie van NSAID’s dringend verminderen en deze geneesmiddelen voorbehouden voor de juiste indicatie, » legt professor dr. Luc Vanden Bossche uit. « En dit ongeacht de toedieningswijze van het geneesmiddel. Deze middelen moeten we vermijden binnen 48uur na een trauma (zie review – ref 4) omdat ze door hun werkingsmechanisme het herstel- en genezingsproces vertragen. Ze blokkeren Cox 1 en Cox 2 en activeren de vernietiging van kraakbeen - Lox5 (5,6). We moeten de bijwerkingen van NSAID’s op heel het lichaam benadrukken, met name de nefrovasculaire, cardiovasculaire en gastrische bijwerkingen. »

De behandeling van inflammatoire pijn herzien

Bioregulerende geneesmiddelen bevatten voornamelijk natuurlijke bestanddelen in voldoende hoge concentraties om de biologische processen van het lichaam te herstellen, maar ook voldoende laag om geen bijwerkingen te veroorzaken.

Van deze bioregulatorische behandelingen is aangetoond dat helenaline, het actief bestanddeel van arnica, doeltreffend is bij het behandelen van vele inflammatoire aandoeningen.

Locomotorische redenen voor de vermindering van NSAID-gebruik

● Fracturen, stressfracturen, apofysitis

● Acute ligament- en spierletsels

● Niet voor 24 uur

● Niet na de 5e dag

● Geen chronische behandeling

● Aantasting van het kraakbeen

  Helenaline, een natuurlijk ontstekingsremmend middel

De bloemen van arnica bevatten 0,3 tot 1 % sesquiterpeenlactonen (SL) van het type pseudoguaianolide, waaronder helenaline en dihydrohelenaline en de vetzuuresters ervan. Deze twee moleculen zijn verantwoordelijk voor de anti-inflammatoire en pijnstillende eigenschappen van de plant. De plant bevat ook flavonoïden en procyanidinen met anti-ecchymotische eigenschappen.

Sesquiterpeenlactonen hebben krachtige anti-inflammatoire effecten en interveniëren zeer vroeg in het ontstekingsproces. Helenaline, dihydrohelenaline en de derivaten van het type ester ervan inhiberen in micromolaire concentraties de activering van de NF-κB-transcriptiefactoren.

De NF-κB-transcriptiefactor veroorzaakt de expressie van meer dan 150 genen als reactie op processen van inflammatoire, bacteriële en virale oorsprong. Dankzij het geheel van deze effecten heeft arnica erkende anti-inflammatoire eigenschappen (7,8).

Helenaline, het werkzame bestanddeel van arnica, werkt door inhibitie van de NF-κBtranscriptiefactor, vermindert Cox2 (afname van de pijn en de symptomen), en Lox5. Helenaline heeft geen invloed op de werking van Cox1. Het heeft dus het grote voordeel dat het geen bijwerkingen veroorzaakt.

Helenalin

Figure 3- Helenalin molecule
Helenalin is a sesquiterpene lactone that is 3,3a,4,4a,7a,8,9, 9a-octahydroazuleno [6,5-b]furan-2,5-dione substituted by a hydroxy group at position 4, methyl groups at positions 4a and 8 and a methylidene group at position 3 (the 3aS,4S,4aR,7aR,8R,9aR, stereoisomer).
It has a role as an anti-inflammatory agent, antineoplastic agent, a plant metabolite and a metabolite. It is a gamma-lactone, a cyclic ketone, an heterotricyclic compound, a sesquiterpene lactone and a secondary alcohol.

  Doeltreffendheid van Arnica

Een systematisch literatuuronderzoek van preklinische en klinische studies, gebaseerd op 28 klinische studies van 1997 tot 2013, kon de therapeutische doeltreffendheid van Arnica montana aantonen in verschillende galenische vormen (gel en homeopathische verdunningen) in uiteenlopende therapeutische en postoperatieve domeinen. Arnica bleek doeltreffender dan placebo in de vorm van topische gel en homeopathische verdunningen in meerdere therapeutische domeinen (chirurgie, reumatologie, dentale neuralgie, traumatologie en met name de behandeling van verschillende inflammatoire en posttraumatische toestanden (oedeem, ecchymosen, enz.) en postoperatieve pijn (9).

Arnica in gelvorm is een potentieel therapeutisch alternatief voor topische NSAID’s (met name in de chirurgie en bij artrose) dankzij zijn klinische doeltreffendheid en zijn goede tolerantie in het domein van de chirurgie (10,11,12)

Sunflower

  Referenties

1. Medzhitov R. Cell 2010; 140:771–776 / Okin D, et al. Curr Biol 2012 ;2:R733–R740
2. N. Zerrouk, A. Tomas, D. Benhammou, and J.-C. Chaumeil, “Nouvelles approches de la thérapeutique par les anti-inflammatoires non stéroïdiens,” Médecine Thérapeutique, vol. 6, no. 5, pp. 384–92, Jun. 2000.
3. P. G. Conaghan, “A turbualent decade for NSAIDs: update on current concepts of classification, epidemiology, comparative efficacy, and toxicity,” Rheumatol. Int., vol. 32, no. 6, pp. 1491–1502, Jun. 2012
4. L. C. Vanden Bossche et al. Treatment of Skeletal Muscle Injury: A Review https://www.ncbi.nlm.nih.gov/ pubmed/24977084
5. Reijùan M, Bierma-Zeinstra S.M. et al. Is there an Association Between the Use of Different Types of NSAIDs and Radiologic Progression of Osteoarthritis? Arthritis & Rheumatism 2005; 52:3137-42
6. Huskisson ES, Berry H et al., Effects of Anti-Inflammatory Drugs on the Progression of Osteoarthritis of the Knee. J Reumatolo 1995; 22: 1941-46
7. G. Ly, A. Knorre, T. J. Schmidt, H. L. Pahl, and I. Merfort, “The anti-inflammatory sesquiterpene lactone helenalin inhibits the transcription factor NF-KB by directly targeting p65,” J. Biol. Chem., vol. 273, no. 50, pp. 33508–33516, Dec. 1998.
8. G. Lyss, T. J. Schmidt, I. Merfort, and H. L. Pahl, “Helenalin, an anti-inflammatory sesquiterpene lactone from Arnica, selectively inhibits transcription factor NF-kappaB.,” Biol. Chem., vol. 378, no. September, pp. 951–961, 1997
9. Iannatti T. et al., Effectiveness and Safety of Arnica montana in Post-Surgical Setting, Pain and Inflammation, American Journal of Therapeutics 2014 Aug 28
10. Widrig R, Suter A, Saller R, et al. Choosing between NSAID and arnica for topical treatment of hand osteoarthritis in a randomised, double-blind study. Rheumatol Int. 2007; 27:585–591.
11. Schneider C, Schnieder B, Hanisch J, et al. The role of a homeopathic preparation compared with conventional therapy in the treatment of injuries: an observational cohort study. Complement Ther Med. 2008; 16:22–27.
12. Karow JH, Abt HP, Frohling M, et al. Ecacy of Arnica montana D4 for healing of wounds after Hallux valgus surgery compared to diclofenac. J Altern Complement Med. 2008; 14:17–25.

  Figures

Figure 1. Elsevier. Kumar et al. Robbins Basic Pathology 10th Edition
Figure 2. Tiwari, M. (2017, 05). The role of serratiopeptidase in the resolution of inflammation. Asian Journal of Pharmaceutical Sciences, Volume 12, Issue 3, 209-215.
Figure 3. National Center for Biotechnology Information. PubChem Database. Helenalin, CID=23205, https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/ compound/23205